Slachtoffer één is gespot in mijn straat. Mevrouw loopt
zoekende over straat met een bananenschil. Deze is echter de komende 200 meter
niet aanwezig, waardoor ze besluit haar schil midden op de stoep de dumpen.
Lomp en ongemanierd. Ik besluit luidkeels mijn keel te schrapen en de vrouw in
kwestie een hatelijke blik te geven. Het lijkt te werken: ze slaat haar hand
voor haar mond, bukt, raapt ze schil op, en loopt neplachend verder.
Test een is geslaagd, test twee gaat enkele meters verderop van
start. Deze man representeert hét stereotype dat ik bedoel; dé stiekemerd.
Ongegeneerd neuspeuterend banjert hij door de schone straten van Eindhoven, met
een propje aluminiumfolie en een leeg flesje cola in zijn hand, die gedoemd
zijn om te eindigen op straat. Mijn voorspellingen worden werkelijkheid als
meneer zonder enige gêne zijn afval op straat gooit. Ik besluit dezelfde tactiek
toe te passen als voorheen, schraapt wederom mijn keel en zet een chagrijnig
gezicht op. Meneer hoort het, kijkt op, kijkt weg, loopt verder.
Missie mislukt. Maar laat ik eerlijk zijn; al was het wel
gelukt, dan had ik twee afvalobjecten kunnen sparen. Hoe kunnen we hier nou
écht verandering in brengen met z'n alle? Het antwoord is helder: spreek elkaar
er gewoon eens op aan. Wat heb je te verliezen? Als mensen besluiten er niks
mee te doen; so be it. Heeft diegene
een reden om zich stoer te voelen, en heb jij weer een reden om te denken dat
je hebt bijgedragen aan het milieu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten